Een harde bons tegen het zijraam van mijn auto. Vast van een vogel die het ook te donker vond en mijn auto over het hoofd zag. Ik stapte uit om te kijken of de vogel gewond was en nog leefde. De meerkoet zwom luidruchtig geluid makend in de sloot naast de weg. Eigenlijk een slootkoet dus. Levend, gelukkig. Anders was het een minderkoet.
Dat grapje wilde ik al zo lang maken. Op de weg aan de Grote Sloot van Schagerbrug naar Sint Maartensbrug zie ik zo vaak dode meerkoeten op de weg en dan denk ik altijd in m'n eentje, ach een minderkoet. Vind ik met mezelf dan heel grappig.
Het kan mijn humeur trouwens enorm bepalen. Verdrietig maakt het me om een platgereden dier te zien. Ik denk altijd dat dat mij niet overkomt. Dat ik goed op de weg let. Let op overstekende vogels en andere dieren. Tja, dan moeten ze dus niet laag van rechts aankomen vliegen. Die zag ik niet aankomen. Daar kan ik niet tegen aan opletten.