vrijdag 5 juni 2020

Vrijheid en de Rapido klap-caravan

Ik word dus gelukkig van caravans. Vroeger gingen we na schooltijd vaak nog even naar het meer, met onze Constructam. Mijn vader ging dan met ons zeilen. De caravan achter de auto en dat bootje lag dan op het dak van de auto. Heerlijk die vrijheid. Mijn moeder werkte 's ochtends en 's avonds. Ruimte voor vrijheid en dat namen ze.
We konden toen gewoon onze caravan aan de rand van het meer neerzetten. Mijn moeder kookte daar dan ook. We aten daar ons avondeten en gingen daarna weer naar huis. Hoe heerlijk. Dat geluk voel ik nog steeds als ik voor een caravan zit.  Beide ouders deden aan handboogschieten. Gingen heel de wereld over en ook gewoon door Nederland. Vanaf Pasen gingen we dan bijna elke weekend ergens kamperen. Wild kamperen eigenlijk. We stonden aan de rand van een grasveld, een voetbalveld of ander sportveld. Terwijl mijn ouders twee dagen een wedstrijd schoten, lieten mijn zus en ik alle honden uit met al de andere kinderen en speelden we heel het weekend in en rond een sportveld. Heerlijk die vrijheid.
Natuurlijk ook door mijn werk op De Parade. Vele zomers heel de zomer kamperen tijdens het werk op het festival. Heerlijk die vrijheid. Dat gevoel krijg ik vandaag zelfs onder de kapschuur van Dennis met windkracht 10 en m'n winterjas aan. Vrijheid. Het is prachtig. Vrijheid.