Op de daken van de auto's ligt een dik pak poedersneeuw. Daar kun je elkaar lekker mee inpeperen. Gelukkig wilde de buurmeiden en jongens dat wel. Precies toen ze daar voor in waren was ik klaar met de twee bestelde mondkapjes. Dus ik snelde naar beneden en besloop ze met twee met sneeuwballen geladen handen van achteren. Pats! The game is on! Preceis het goede sneeuw voor goed uit elkaar spattende sneeuwballen. Deed ik nooit eerder, maar als je niet al te hard knijpt in de sneeuw, dan spat hij goed uit elkaar. Dat ontdekte de buuf ook. Het zat overal. Achter m'n bril, in mijn sokken, via capuchon over m'n ruggengraat. En maar gillen, gooien en rennen. Alsof je niet geraakt wilt worden. Echt wel.