Wederom een aardige tijd voor het schilderij doorgebracht. Telkens weer nieuwe ontdekkingen van vreemde wezens, combinatiedieren, rare taferelen en grappen en grollen, ook trollen. Verderop stond ook nog een beeldhouwwerk van August Rodin. Van zijn werk blijf ik ook altijd fan. Zelfs zijn naam in het steen vind ik mooi. En naast al dat pronkwerk zag ik een lieve Maria. Je zou haar toch zo mee naar huis nemen.
Na het museum wandelden we terug en onderweg, want toch in de buurt, namen we een afslag bij Belém voor een Pastéis de Belém, hmmmmmmmmmmm. Krakend en kakelvers, hmmmmm.
's Avonds samen bakken, koken en eten. Vanwege een schouderblessure van de gastheer mocht ik zijn rechterarm zijn. Het brood kneden en vouwen. Fijn werk en voelde heel verantwoordelijk. Op de foto zie je het resultaat. En inderdaad er ligt een schaar. Dat is volgens Mario de beste methode om een stuk focaccia te verkregen. Op de Pippi Langkous spaghetti eten manier: knippen. Ook maakten we Perzische juwelenrijst. Alleen al om de naam ben ik verliefd op deze maaltijd. Het is dan ook mijn favoriete rijst gerecht. Als kind at ik al graag de korst van de nasi van bodem van de pan. Die was ontstaan bij het voor de tweede dag opwarmen van de nasi. Hier is dat de bedoeling. Verrukkelijk. Wederom een verrukkelijke dag.