woensdag 27 mei 2020

Stofwisseling op je mondkap

Het zijn rare tijden. Haha, nu al een cliché. Zo raar dat ik rondliep met het idee om een werk op een mondkapje te maken. Raar al dat ik uberhaupt al vanaf 23 maart dagelijks mondkapjes naai.
Toen kwam het verzoek. Precies dat waar ik al een tijdje mee in m'n hoofd zat. Een kunstwerk op een mondkapje. Ik ging malen. Ineens was het op verzoek. En voelde het alsof ik op commando gezellig moest gaan doen, of iets leuks vertellen op commando. Ik weet nog dat ik afwasser was bij Peetoom, m'n eerste vaste baantje. Op een drukke zondag zei een collega, die ook met m'n moeder werkte: vertel eens iets leuks. Dat doe je moeder ook altijd. Die is zo gezellig tijdens het werk...... pffffff.... Nou. Concurreren met m'n moeder. Dat lukte natuurlijk niet. Nog ongemakkelijker als sommige gesprekken als bij het tv-programma 'First dates'. Ik hou van stiltes, maar kromme tenen bij ongemakkelijke stiltes.
Dus. Wat ga ik op dat mondkapje zetten? Zucht. Denk. Bedenk. Dan maar fietsen, afwassen, wandelen, bewegen. Hoe dan ook bewegen. Nog wat mondkapjes naaien. Want gaan zitten en het bedenken, dat werkt niet voor mij. Uit de serie Stofwisseling was ook een verzoek.
Er kwam iets. Er moest verbinding zijn, van de ene kant naar de andere kant. Ik tekende op een mooie tweedehands servet het patroon van het mondkapje en ging gisteravond aan het werk. Hij kreeg gele laarzen. Want waar die naartoe ging, daar was al een kunstwerk met een gele trui.
Toen m'n werk door de midden knippen. Slik. Dat voelde best raar. Terwijl ik dat al best wel wist. Dat van dat door de midden knippen.
Vandaag naaide ik het mondkapje in elkaar, en ondanks de kinderziektes van een eerste versie mondkapje met kunstwerk is het een nieuwe stap, een andere stap. De mondkapjes brengen me veel. Zo stond ik nooit eerder zo in verbinding. Meer contact dan ooit. Terwijl ik nergens heen mag. Gewoon via via. Mooi hoor.
Ik naaide vandaag ook nog tussendoor een grijs mondkapje. Ging ook naar Amsterdam. Wel zo mooi. Dubbel. Hou ik van. Twee mondkapjes naar twee vrienden van De Parade van vroeger. Gouden tijden herleven in de mondkapjes. Ik zei het al, rare tijden. Cliché olé!