dinsdag 10 september 2019

Beeldschoon

Vandaag aan het stoeien gegaan met mijn werk voor de wedstrijd. Meestal werkt dat goed uit, stoeien met werk. Wie weet nu ook. Hopelijk niet zo goed dat ik er geen afstand van kan gaan doen. Dan moet ik nog eens aan de bak. Dubbel werk, is wel mijn favoriet, dubbel.
Het gaat al heel de dag door m'n kop, sinds ik vanmorgen na de koffie social media open. Dus kom ik terug komen op de tekst van gister.
Van een aantal reacties op mijn tekst van gisteren denk ik dat het over mijn zelfvertrouwen over mijn werk gaat. Das toch bijzonder. Het ging juist over tekst. Over dat ik werk uitleg in woorden anders wens. Ik hou juist van mijn eigen werk. Zo veel dat ik van sommig werk niet eens afstand kan doen, of pas na een jaar of vier. Wel aardig, heel aardig, al die aanmoedigingen. Gek genoeg maakt het me zo onzeker, dat ik mijn eigen blog nog maar eens heb gelezen. Want schreef ik wel wat ik bedoelde.
Het gaat volgens mij over mijn afkeer van het verklaren van mijn eigen werk in woorden.
Eind van de dag fietste ik nog even het licht achterna, eigenlijk schrijf ik het nu, en besef ik het. Met mijn ogen op het licht en de wolken gericht fiets ik buiten de bebouwde kom. Geen oog voor de mens op mijn pad. Volgens mij hoor ik de stem van mijn buurvrouw die mij vriendelijk groet. Ik keek omhoog, zag haar niet. Dat zag ze vast. Ik volg, ik ben een volger van wat op mijn pad komt, en daar draai ik aan. In de hoop dat ik het draai naar aandacht voor schoonheid.