De titel van de expositie doet nu al zijn werk: ' Ontmoetingen en botsingen'. Ik ontplof. Het is dat het de laatste dag van deze expositie is en dat ik Folkert de Jong zijn werk graag weer eens live wil zien (ik studeerde af met Folkert op de AHK) en ook vind ik het leuk om Eric Beets (buurman Wilma Wegert) zijn werk in Kranenburgh te zien. Dus ik koop voor zeven euro vijftig een kaart en krijg een sticker om zichtbaar betaler te zijn.
Ik zie schilderijen en weet nu weer waarom mijn dochter niet mee wil naar musea.
Ook is er een aula, voor lezingen veronderstel ik en daar is ook kunst te zien. In de aula hangt en staat, heel lelijk verweven met de geluidsapparatuur, kunst zoals het werk van Sjoerd Buisman.
Het werk van Folkert doet me goed. Ik vind het leuk, grappig en stoer en vraag me ook af of hij gek is op carnaval.
Bij het stukje expositie 'Wonder' zie een kunstwerk opgehangen achter de openslaande deur, slechte plek voor kunst. En ik had al zo'n vermoeden over dat goud in Bergen, ik weet nu waar het einde van de regenboog is, het potje met goud staat in het Bergense Kranenburgh, van Moritz Ebinger.
Buiten neem ik nog snel wat foto's van de prachtige boomstronken en mijn geluk vloeit samen met de kleur van het felle groene mos op de stam van de bomen weer naar binnen. Zo zag ik in het groen de kop van Pino en een knagende bever.
Thuis aten we tompoes en hadden we het er niet meer over.
![]() |
werk Sjoerd Buisman en Bose |
![]() |
Moritz Ebinger en tompoezen van Teun |
![]() |
Folkert de Jong |
![]() |
Folkert de Jong |
![]() |
Moritz Ebinger en oranje boven |
![]() |
Kop Pino en knagende bever |