woensdag 26 maart 2014

Het hert en de achterkant van Maria

Al een paar dagen riepen deze knoopjes en witte stukjes stof mij. Gister ging ik er mee aan de slag. De energie was bijzonder. Voor ik begon had ik heimwee, verdriet, spijt, gevoel van verkeerde afslag en vastzitten en al snel kwam het verlangen op om te dansen. Dit ook door het liedje wat de lawaai veroorzakende klusser op het dak van de buren bij me had opgeroepen: 'Don't know what you have got till it's gone' van Janet Jackson. Wat heb ik normaal gesproken toch een fijne werkplek. Nu was mijn privacy, rust en concentratie weg.



















Aan het werk verdween de man op het dak en de zon scheen op mij en mijn werkplek. Ik werkte als een flink door en merkte niet eens dat er een danseres over mijn werk en werkplek danste. Pas toen ik een foto van het werkproces maakte en een schaduw op een vreemde plek zag, zag ik dat de papieren danseres van het raam over mijn werk danste.
Niet naar de achterkant kijken. Niet naar de achterkant kijken, neem ik me steeds voor. Dat lukt niet. Dus gister weer twee mini's waar ik de achterkant van het werk voorkant heb gemaakt. Ik gebruikte Maria haar achterkant, nou ja Maria, ze begon als prinses en eindigde als Maria, besmet door Maartje Jaquet haar Maria & child collages. En het hert ook. Als vroeg in het proces draaide ik het om en zag het al, weer viel ik voor de achterkant van het borduurwerk. Ook omdat het aan de goede kant nogal zuur keek.
Ik plakte bambi even met de achterkant op de kast en ging verder met andere mini. Wie weet veranderde ik nog van mening.
Noop.
Ik kan het nog niet verklaren, de achterkant verleid me steeds weer. Is het de verrassing? Het spontane?
En ik maakte nog wat nieuwe stempels met een tulp. Over achterkanten gesproken.







dansend over mijn werkplek